Celeny liep langs de boom. De eekhoorntjes klommen naar boven, maar Celeny besteedde daar geen aandacht aan. Iedereen had haar verlaten, dacht ze. Het bos was afgrijselijk stil, op enkele geluiden van de trouwe uil na. Celeny hoopte niet dat iedereen weg was gegaan en vervolgens vermoord was... maar dat was vast niet zo. Haar 'vrienden' waren slim genoeg... toch? Celeny hoorde een aantal geluiden, die niet van haar, de uil en de eekhoorntjes waren. Maar dat was vast niet een van haar vrienden. Celeny was er zeker van, en ging dreigend en met een angstaanjagend gegrom tegenover de struik staan, de bron van het geluid.